Rotterdam wil zich, met zijn nieuwe schouwburg, ook profileren op het gebied van de opera. Na de uit Duitsland geïmporteerde "Ring" van Wagner, uitgevoerd door het Staatstheater uit Kassel, en de Rotterdamse opera "Pol" over lied en leed in Rotterdam aan het begin van deze eeuw - de openingsvoorstelling -, is daar nu "Woutertje Pieterse", opera van Konrad Boehmer op een eigen libretto.
Er zijn raakvlakken tussen Multatuli en Boehmer. Beiden hebben weerzin getoond tegen kleinburgerlijkheid. Ironie en sarcasme zijn belangrijke elemanten in hun werk. En daaran kan ook beslist oorspronkelijkheid aan worden toegevoegd. Multatuli heeft ontkend, dat Woutertje Pieterse, zoals die uit diens "Ideeën" naar voren kwam, als een soort van autobiografie moest worden gezien. Maar wel degelijk zijn er overeenkomsten tussen wat Woutertje overkomt en wat Multatuli in zijn jeugd heeft meegemaakt. En daar is weer een overeenkomst. Konrad Boehmer: "Woutertje is voor mij een herkenbare figuur. Ik had, net als hij, in mijn jeugd, last van een vertraagd reactiepatroon. Als ik iets vreselijks had gedaan en de hele wereld stortte zich op mij, dan duurde het een hele tijd voor ik de samenhang tussen die dingen begreep." En nu is, in het kader van de herlevende opera in Rotterdam en als een wat late afsluiting van het Multatuli-jaar, Woutertje Pieterse tot leven gekomen dank zij een innige samenwerking tussen componist en theatermakers. Een co-produktie van de Stichting Theaterproduktie Rotterdam/Kerngroep Bijzondere Projecten Rotterdams Philharmonisch Orkest en NOS-televisie. De NOS maakt opnamen tijdens de voorstellingen in de komende week. "Woutertje Pieterse" is zeker geen opera in de traditionele zin van het woord. Het is veel meer een combinatie van modern muziektheater en musical. Op sommige momenten waan je je bij het Volkstoneel, op andere ogenblikken denk je een cabareteske persiflage te zien op juist de traditionele opera. Memorabel Hoe dit zij, "Woutertje Pieterse" levert een memorabele theaterervaring op. Dank zij de strakke vormgeving en de vindingrijke en vaak geestige regie van Paul Vermeulen Windsant krijgt men inderdaad wat Konrad Boehmer bedoeld heeft: een kaleidoscopisch beeld van de verwording van Woutertje in het wereldje van de Amsterdamse burgermannetjes. In zijn voorwoord zegt Boehmer, dat de ironische toon en de satirische stijl van Multatuli om een passend antwoord vragen in de muziek. Noch hogelijk abstracte, noch pathetisch-romantische muziek zijn op hun plaats. Vervelend. Ook in dat opzicht is de componist geslaagd in zijn bedoelingen. Hij voert in zijn opera een verteller in, enthousiast gedaan door Carel Alphenaar. En daarmee doen vervreemdende elementen hun intrede. Want waar slaat bijvoorbeeld die vervelende opmerking over het gebrek aan kwaliteit in de boeken van Maarten 't Hart op. Boehmer tast hiermee de kwaliteit van zijn eigen werk aan. De verteller evenwel is onontbeerlijk. Als de meespelenden zingen, zijn zij vaak niet te verstaan, soms doordat het orkest hen overstemt. De verteller zorgt voor de verklaring van de handeling. We maken kennis met prachtige, karikaturale types, die overeenkomstig de bedoelingen van de componist meestal niet fraai zingen. Belcanto heeft voor Boehmer afgedaan. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest wordt uitstekend geleid door Lucas Vis. Wat blijft hangen na de voorstelling is een groot mededogen met Woutertje Pieterse, die zo vermorzeld wordt door zijn omgeving. Bert Luttjeboer geeft hem ontroerend en ontwapenend gestalte. Een uitstekende keus van de componist. |