ROTTERDAM, 1 juni - Als een verlate afsluiting van het Multatuli-jaar gaat zaterdag de opera in première die de Nederlandse componist Konrad Boehmer schreef in opdracht van het Multatuli-genootschap. Het wilde graag een opera over het leven van de schrijver, maar Boehmer wist het genootschap ervan te overtuigen dat dat geen goed idee was. "Een kunstenaar die een werk maakt over een andere kunstenaar vervalt al gauw in een soort heiligen-geschiedenis. En eigenlijk is Multatuli's leven niet dramatisch genoeg voor een opera, met uitzondering van de tijd in Indië. Maar een opera over Max Havelaar geeft muzikale problemen. Ik had geen zin om van die vercommercialiseerde Indische gamelans te gebruiken."
Boehmer kwam met het voorstel om een libretto te schrijven op basis van Woutertje Pieterse. Het boek bleek voldoende materiaal te bevatten voor een opera De componist destilleerde daaruit zelfs een libretto. De onschuldige Wouter wordt telkens gestraft voor onbenulligheden, door de klein-burgerlijke types om hem heen. Woutertje, die daar niets van begrijpt, trekt zich steeds meer terug in een eigen droomwereld. Waarom Woutertje Pieterse? "Woutertje is voor mij een herkenbare figuur. Ik had, net als hij, in mijn jeugd last van een vertraagd reactiepatroon. Als ik iets vreselijks had gedaan en de hele wereld stortte zich op mij, dan duurde het een hele tijd voor ik de samenhang tussen die dingen begreep." "De opera is niet autobiografisch in die zin, dat ik de gebeurtenissen die erin verteld worden, zelf heb meegemaakt. Multatuli's verhaal geeft een typologie van figuren: dè dronken huisdominee, dè buurvrouw van onder-voor, dè gasten van het Salie-avondje, die scheppen een sfeer die ik uit mijn eigen opvoeding herken. Ik beweer niet dat dit soort lotgevallen uitsluitend Woutertje én mij zijn overkomen, ze zijn typerend voor miljoenen kinderen. Het is dus geen ontboezeming over mijn opvoeding. Ik wilde nu eens componeren vanuit concrete situaties die ik me goed kan voorstellen." Hebt u met Woutertje Pieterse wraak genomen op uw jeugd? "Dramaturgisch gezien moet je een keuze maken. De negentiende eeuw heeft de door en door gepsychologiseerde karakterheld gecreëerd, zoals in de opera's van Wagner. In de twintigste eeuw is dat veel minder geworden. Denk aan Alban Bergs Wozzeck, die een typische druiloor is, en aan Strawinsky en De Neus van Sjostakowitsj. Het is riskant om dat heroïsche type weer uit de voddenmand te halen. Dat schept een diepte, die tegenwoordig niet meer bestaat. Wij kennen het heroïsche gedrag niet meer. Als iemand een kind uit het water redt, krijgt hij drie regels in de krant of een vermelding in een Tros-programma. Vroeger was hij een echte held, over hem werd een roman of opera geschreven. Het pathetische element is in elkaar geschrompeld." Maar dat pathetische is slechts één vorm van psychologiseren. "De andere is echter een vorm van verinnerlijking zoals bij Debussy's Pelléas et Mélisande. Daar hou ik gewoon niet van. Ik ben er niet graag bij als mensen vreselijk aan hun ziel lijden." "De personages is Woutertjes omgeving zijn ook eerder wilde beesten dan karikaturen. In de kostuums komen ze over als kraaien, als gieren. Als ik bijvoorbeeld de tante zie die mij bij het eten toen ik een jaar of acht was eens een forse klap heeft gegeven, voel ik nog het beest in haar, terwijl zij misschien alleen maar wat zenuwachtig was." Behalve Woutertje zijn eigenlijk alle personages vervelend. In Multatuli's verhaal komen toch ook aardige mensen voor. "Als ik behalve Woutertje ook andere aardige, goede mensen in de opera had ondergebracht, was er ook een dramaturgie bijgekomen van volwassen, gerijpte sympathieën en liefdesverhoudingen. Dat zou te veel worden. Ik wilde alleen types waarmee ik de relatie tussen kind en wereld direct kon vertellen. De wereld lijkt daardoor voor ons misschien bar en boos, maar dat betekent niet dat Wouter haar ook zo ervaart. Het verschil tussen goed en slecht is nog niet tot hem doorgedrongen. Dat maakt het boek van Multatuli ook zo charmant. Er zijn in het stuk - zeker voor mijn doen - voldoende aandoenlijke, mooie melodietjes, om ook tedere gevoelens uit te drukken." U gelooft niet in de scheidslijn tussen ernstig en licht. Wat betekent dat voor het muziektheater? Is Woutertje Pieterse een opera of een musical? "De muzikale taal is die van het moderne muziektheater. Maar in de vorm is het eerder een musical, dat wil zeggen dat uitlatingen van personen allemaal een eigen muzikaal item krijgen, niet bij voorbeeld doorgecomponeerd met aria's en recitatieven. Ik heb geprobeerd rond bepaalde personages een muzikaal idoom te creëren dat bij ze past. Zinnen van juffrouw Laps en mejuffrouw Pieterse eindigen regelmatig als een recitatief uit de Mattheus Passie. Zij zullen vaker naar oratoria luisteren dan naar polka's. De kinderen die hun gedichten voordragen aan meester Pennewip krijgen melodiën die lijken op kinderliedjes." Er zitten in het libretto een aantal problemen die, volgens mij, muzikaal moeilijk op te lossen zijn. Er is een vertellen, die wat afzijdig van de handeling staat en in feite blijft Woutertje nogal op een afstand. "De verteller komt ook voor in het boek van Multatuli. Hij gunt je een adempauze. Voor mij was hij praktisch omdat hij de mogelijkheid gaf niet alles te hoeven spelen. Hij schept een licht-ironische afstand. En Carel Alphenaar doet dat op een leuke manier." "Woutertje wordt gespeeld door een volwassene. In het begin heb ik nog gedacht aan die kleine kinder-ster, Danny de Munk. Maar dat zou fout zijn geweest. Een schat van een jongen, zeer begaafd, maar dan had ik de volwassengeworden infantiliteit op het toneel gezet. Bovendien is de rol veel te moeilijk voor een kind. Ik heb hem gegeven aan Bert Luttjeboer, die ik had gezien in Ik, Jan Cremer. De rol is hem op het lijf geschreven. Hij kan verschillende 'stemmaskers', zoals Elias Canneti het noemt, opzetten. Dat is het voordeel van zijn musical-achtergrond: hij zingt zowel de heldentenor als het boze kind." "Slechts een klein gedeelte van de cast heeft een traditionele opera-opleiding gehad. Dat eeuwige gezeur over belcanto-opera ben ik zat. De esthetiek van de Stopera is al lamg voorbij. Altijd weer datzelfde maniertje, hetzelfde vibtrato. We zouden eindelijk eens op het niveau van de twintigste eeuw moeten gaan werken. In de film en de beeldende kunst is 'het lelijke' allang aanvaard. Als ik een opname beluister van Wozzeck, verveel ik me dood. Die wordt veel te mooi gezongen." U schrijft in het libretto onaardige dingen over Maarten 't Hart en Oek de Jong. Wat hebt u eigenlijk tegen ze? "Ach niets, ik vind het gewoon slechte schrijvers. Daar zullen wel weer veel mensen overheen vallen. Foei, die Konrad Boehmer toch. Maar ik vind het gewoon leuk om daar grapjes over te maken. Maarten 't Hart is de top-hit van de triviale literatuur in Nederland, ik ken geen slechtere schrijver in zijn onderwerpen, in zijn beelden, in zijn dialogen. En dan ook dat betweterige gezeur over muziek, dat die man alle Bach-cantates heeft gehoord. Wat betekent dat nou?" Hoe komt een hedendaagse componist aan zijn publiek? "Ha ha. Inzamelen op straat met een zweep. Maar serieus. Het is inderdaad een groot probleem. Moderne componisten denken tot in lengte van dagen nieuwe wijn in oude zakken te kunnen doen. De notenkraker-strijd ging niet om het scheppen van een situatie, een gebouw of wat dan ook waarbinnen je de muziek kon maken die zich in twee generaties heeft ontplooid. De strijd ging om die muze-tempel aan de Van Baerlestraat. Daar wilden ze ondergebracht worden, daar wilden ze dat een keurig symfonie-orkest voor ee keurig publiek hun keurige aleatorische gepiep zou uitvoeren." "De kloof tussen de hedendaagse componist en het publiek is mede de het gevolg van het feit dat componisten tot in lengte van dagen willen vasthouden aan het Concertgebouw, de Stopera. Ze denken vaak dat ze in hun componeersysteempjes modern moeten zijn. Maar als je ze over straat ziet lopen lijken het Brahmsen of Buchs, figuren uit de negentiende eeuw." "Het is niet waar dat het publiek de hedendaagse muziek niet lust. Ze slikken klakkeloos de modernste geluiden in een film als Star Wars, maar niet in het Concertgebouw. Inhoud en vorm moeten bij elkaar passen. Daarom heb ik Woutertje Pieterse als een vrije produktie gemaakt, waarin ik zelf de cast kon samenstellen en de manier van werken kon bepalen. Maar ik gun mijn collega's het Concertgbouw van harte." |